2006 mei/juni rondreis buitenste districten
Korte samenvatting:
van 24 mei t/m 23 juni 2006
We starten dit jaar in Axel, bij Lenie en Eduard, en reizen daarna via Reims richting de Drôme. We komen tot net iets boven Macon en slapen die nacht op camping "Aux Rives du Soleil" (C). De volgende dag naar camping Le Lac Bleu bij Die (D). Vandaar naar Lac de Serre Ponçon, camping Le Roustou (E), prachtig maar koud.
Als we dan naar de Luberon willen, blijken daar alle campings "complet" en reizen we door naar Anduze, camping Le Castel Rose (F) waar Ingrid en Dirk dan al staan. Mooie omgeving in goed gezelschap... wat wil je nog meer?
Na een kleine week zijn we westwaarts gereden naar Montricoux aan de Aveyron en stonden we een kleine week op camping “le Clos Lalande” (G).
Omdat we nog nooit in de Vendée en in Bretagne waren geweest hakten we nu eindelijk eens de knoop door, om ook die kant van Frankrijk eens te bezoeken. Het onderste stuk van de Vendée vonden we te toeristisch en konden we geen camping naar ons zin vinden, dus belandden we uiteindelijk op het eiland Île de Noirmoutier en wel op camping "Domaine les Moulins-La Sourderie" (H) in La Guérinière. Een heel apart eiland en zeker nog een keertje een bezoekje waard, al was het alleen maar om nog een keer van het eiland via de “Passage du Gois” bij eb naar het vasteland te rijden. Via noord Bretagne (I) camping "le Chatalet" en camping "La Briquerie" in Honfleur (J) eindigen we weer in Axel.
van 24 mei t/m 23 juni 2006
We starten dit jaar in Axel, bij Lenie en Eduard, en reizen daarna via Reims richting de Drôme. We komen tot net iets boven Macon en slapen die nacht op camping "Aux Rives du Soleil" (C). De volgende dag naar camping Le Lac Bleu bij Die (D). Vandaar naar Lac de Serre Ponçon, camping Le Roustou (E), prachtig maar koud.
Als we dan naar de Luberon willen, blijken daar alle campings "complet" en reizen we door naar Anduze, camping Le Castel Rose (F) waar Ingrid en Dirk dan al staan. Mooie omgeving in goed gezelschap... wat wil je nog meer?
Na een kleine week zijn we westwaarts gereden naar Montricoux aan de Aveyron en stonden we een kleine week op camping “le Clos Lalande” (G).
Omdat we nog nooit in de Vendée en in Bretagne waren geweest hakten we nu eindelijk eens de knoop door, om ook die kant van Frankrijk eens te bezoeken. Het onderste stuk van de Vendée vonden we te toeristisch en konden we geen camping naar ons zin vinden, dus belandden we uiteindelijk op het eiland Île de Noirmoutier en wel op camping "Domaine les Moulins-La Sourderie" (H) in La Guérinière. Een heel apart eiland en zeker nog een keertje een bezoekje waard, al was het alleen maar om nog een keer van het eiland via de “Passage du Gois” bij eb naar het vasteland te rijden. Via noord Bretagne (I) camping "le Chatalet" en camping "La Briquerie" in Honfleur (J) eindigen we weer in Axel.
Verslag:
We vertrekken dit jaar de dag voor hemelvaart rond een uur of 3 om in Axel bij Leny en Eduard te beginnen, waar we vorig jaar onze reis geëindigd waren. Bij Antwerpen begon het te regenen en vanaf dat moment hield het niet meer op. Leny en Eduard hebben een erg leuke buurman, die het nodig vond de politie midden in de nacht te bellen dat wij aan het kamperen waren achter de garage. De politie maakte ons rond een uur of 4 in de stromende regen met veel kabaal wakker met de mededeling dat we niet mochten "wildkamperen". Ik was te verdwaasd en verbaasd dat zij ons hiervoor wakker maakten, dat ik niet het besef had hen te vertellen dat we op eigen terrein stonden en dat zij daar dus niets over te zeggen hadden. De volgende morgen vertrokken we in de regen via Lille en Reims richting het zuiden. Via météo France hadden we gezien dat Die net onder de grens van slecht naar mooi zou liggen. Gedurende de rit werd het wel droger, maar de temperatuur bleef maar beneden de 10˚ en dat vonden we toch wel wat koud. Carienne vond dat we maar door moesten rijden totdat het 21˚ zou worden, maar dat hebben we niet gehaald. Het werd tenslotte camping Aux Rives du Soleil in Pont de Vaux (C) even ten noorden van Macon. In principe hadden we afgesproken geen tolroutes te nemen, maar daar waren we vandaag maar vanaf geweken om zo snel als mogelijk zuidwaarts te rijden. Het weer zou daar de volgende dag volgens dezelfde météo prachtig en 25˚ zijn. We verlaten bij Tournon de tolweg en gaan richting de Drôme. Daar hebben we een aantal dagen op camping “Le Lac Bleu” (D) gestaan in Châtillon en Diois 12 km ten zuiden van Die. Lac Bleu is niet meer dan een lang grindgat omzoomd door rietkragen en vol met vis, een waar paradijs voor de hengelaar. In de nabije omgeving zijn meer van die grindgaten, maar die zijn nog volop in bedrijf en worden nog afgegraven. Mogelijk zijn dit in de toekomst nieuwe stekjes voor campings? Na een paar dagen aan het Lac Bleu te hebben gestaan verkassen we een kleine 100 km zuidoostwaarts vanaf de huidige plek, naar het mooie Lac de Serre Ponçon. We proberen eerst in het uiterste westen bij de uitgang van het stuwmeer waar de Durance als rivier weer verder stroomt, camping " La Viste". De plekken daar blijken, naast dat ze op de barrage uitkijken, ook het dak van het museum als uitzicht te hebben. Wij vonden het een verstoring van het prachtige zicht op de lengte van het meer. Wij zijn vervolgens neergestreken op camping “Le Roustou”, een aanrader (E) Doordat deze camping op een soort schiereiland ligt heb je bijna vanaf alle plekken zicht naar zowel het oosten als de westkant van het meer. Vanaf het meer van Serre Ponçon heb je mogelijkheden zat om diverse dagtochten te maken in de directe omgeving. Verschillende nationale parken met prachtige bergtoppen in de Alpen, waar sommigen heldhaftig tegenop fietsen, maar waar ook prachtige wandeltochten te maken zijn. Wij houden het bij onze vertrouwde auto om die hoogtes te bedwingen. Wij nemen deze keer N.P de Queyras In dit Nationale park ligt ook de Col d'Izoard (2360m). Boven is het rond het vriespunt, een beetje te koud voor de tijd van het jaar. Doordat het zo koud is, is het ontzettend helder weer. In het nabijgelegen N.P Écrins liggen nog hogere toppen zoals de gelijknamige Barre des Écrins en La Meije die nog ruim 1000m hoger zijn dan deze top en ook regelmatig in de Tour de France opgenomen worden. Helaas zijn we na 2 nachtjes vertrokken omdat we bijna van onze plek geblazen werden door de combinatie van de Mistral en een Tramontane. We hadden het idee dat ieder moment de caravan zijn poten zou oplichten. We komen zeker een andere vakantie naar dit meer en zijn omgeving terug om nog meer van dit soort tochten te maken. We doen dan ook weer beslist deze camping aan. We hadden deze vakantie afgesproken met Ingrid en Dirk, die een week eerder dan wij op vakantie waren gegaan, dat we elkaar zouden bellen c.q. sms'en als we richting de Luberon zouden gaan. Zij zouden dan vanaf hun bestemming ook naar de Luberon komen. Zo gezegd zo gedaan. Wij zouden 2 van te voren afgesproken campings gaan inspecteren en wel in Cucuron. Het kostte ons al gauw een dikke 4 uur over Sisteron, een stadje om ook nog eens te bezoeken, voordat we aan de zuidkant van de Luberon de campings konden keuren. Wij vonden het niets en hadden nog één boerencamping op het oog, echter dat was weer aan de noordkant van de Luberon 10 km ten oosten van Apt. Helaas voor ons was een Nederlands echtpaar ons net voor want daarna was de camping ook vol. Iedereen zakte vanuit het noorden af naar het zuiden om maar van die koude harde wind af te zijn. Het had overigens niet uit gemaakt of wij net voor waren geweest, want dan hadden Ingrid en Dirk er niet bij gekund. De eigenaresse heeft nog een andere soortgelijke camping voor ons gebeld, maar ook die was complet. Na overleg besloten we door te rijden naar Anduze en net als vorig jaar volgden we de N100 vanuit Apt naar Avignon. We komen rond een uur of 7 aan op camping le Castel Rose (F). Ingrid en Dirk hadden de kok van het restaurant gevraagd of hij ook op verzoek iets klaar maakte. Hij ging daar gretig op in en wij konden aanschuiven bij het menu van de dag: paella. Later die week zou hij nog coq au vin maken. (die was lekker, maar kon niet tippen aan die Dirk altijd klaar maakt) De volgende morgen is het markt in Anduze en wat eerst leek op een zeer kleine markt alleen gesitueerd op de hoofdstraat, bleek een zeer uitgebreide gezellige markt te zijn door vele straatjes van Anduze. Het was redelijk druk met vooral toeristen. Wat moet het dan al niet zijn in het hoogseizoen. Natuurlijk pakken we na afloop een terrasje 's Middags zijn Dirk en ik een eind over de rivierbedding en gedeeltelijk zwemmend door de rivier een eind stroomopwaarts gegaan. Je loopt dan langs de camping en de naastgelegen camping L'Arche die beide tussen de rivier en de D907 ingeklemd liggen. Zowel de D907 als het spoorlijntje hiernaast op de kiek lopen naar Saint-Jean-du-Gard.(foto's "geleend" van I&D) We maken vanuit Anduze een rit naar het zuiden met als einddoel Cirque de Navacelles. Dit ruim 300m diepe keteldal is door het riviertje Le Vis in de loop der eeuwen uitgeslepen, zodat er in het midden van de cingle (singel, bocht) een kegel over bleef. Het riviertje heeft daarna een andere weg gekozen. Een andere dag maken we een dagtocht naar het noorden en volgen vanaf Saint Jean du Gard de de bordjes met de route "Corniches des Cevennes" en lunchen in het plaatsje Florac, Onderweg zien we in de verte nog de Mont Aigoual (1567m) de hoogste top het het NP de Cevennes, waar we vorig jaar overheen zijn gereden. Mede dankzij de ACSI campingcard (of voor sommigen helaas te wijten aan die kaart) is de camping behoorlijk bezet, zeker gezien de tijd van het jaar. De bezetting wordt voor 90% veroorzaakt door een aantal Hollandse grijze duiven zoals wij die noemen, mensen die in het voorjaar genieten van de camping en dankzij die kaart een aardige korting krijgen. De boules baan wordt 's avonds dan ook geheel bezet door Nederlanders. Om 8 uur wordt er afgesproken en wie er dan is loot mee voor een Jeu. We vertrekken de volgende dag richting Montricoux in de streek de Aveyron (dep. Tarn et Garonne). Het dorpje ligt nog net in het gebied waar het nog heuvelachtig is. Ga je 5 km naar het westen dan wordt het vlak. Deze streek hadden wij nog nooit bezocht en we namen camping le Clos Lalande in Montricoux (G) als uitvalsbasis om de streek te verkennen, De Aveyron zo bleek is nog niet zo toeristisch als andere streken in het zuiden zoals de naastgelegen Dordogne en Lot. Hier zijn de dorpjes nog uiterst authentiek en nog niet helemaal verpest door drommen toeristen. Alleen Cordes sur Ciel en Puycelsi zijn daar een slecht voorbeeld van. Door hun ligging zijn het geliefde dorpjes om te bezoeken. 2 dagen geleden hadden we afscheid genomen en vandaag kregen we een sms'je dat Ingrid en Dirk naar onze camping kwamen. Op hun camping municipal in Laguépie, ook aan de Aveyron en maar 40km van ons vandaan, waren zij de enige kampeerders. Niet gezellig dus. Wij waren net met een ritje in de omgeving bezig en spraken af elkaar voor de lunch te ontmoeten in Saint Antonin Noble Val. Na een voortreffelijke lunch vertrokken we naar onze camping en hadden we weer een déja vu m.b.t. het opzetten van een vouwwagen. Deze klus hebben wij ook ruim 20 jaar geklaard. Als je nu zit toe te kijken (ik kon het niet nalaten mee te helpen) zijn wij toch wel erg blij met onze caravan, alhoewel wij altijd veel plezier van onze vouwwagens hebben gehad. De eigenaar van de camping vertelt ons waar de leuke plaatsen en plekken zijn in de omgeving die we beslist moeten bezoeken. Zo ook een paar grotten die voor toeristen in de omgeving nog niet bekend zijn, maar waar zelfs nog prehistorische tekeningen te zien zouden zijn. De grotten zijn ietwat moeilijk te vinden, maar met een Franse beschrijving heeft hij alles haarfijn opgeschreven. De paden er naar toe zijn goed begaanbaar verzekerde hij ons. Na veel doorzettingsvermogen hebben de dames uiteindelijk het juiste pad ontdekt, maar de eerste grot die met een geel kruis op een boom gemarkeerd was, was voor Dirk en mij met pijn en moeite te bereiken. Een zeer steil pad omhoog met veel losse stenen gaf uiteindelijk de ingang bloot. Na 50m was er een bordje in de grot dat verdere doorgang verbood ivm zogende vleermuizen. Ik durfde sowieso niet verder. De tweede grot was een nauwe spleet waar je jezelf naar beneden moest laten zakken, dus dat hebben we maar niet gedaan en de derde hebben wij niet kunnen vinden. Alle moeite om rotstekeningen te zien waren voor niets geweest. Moe, maar toch voldaan (ook hier heeft C. alles gelopen) hebben we geluncht in Bruniquel. Later in de middag genoten van het zwembad en 's avonds van een lekkere bbq. Vandaag bezoeken we Puycelsi en Cordes sur Ciel, beiden gesitueerd op een heuvel. De laatste is echt een vestingstadje geweest getuige de muur die het stadje nog ommuurd. De eerste is wat authentieker dan Cordes, alhoewel ook hier in de zomer veel toeristen komen, zoals de vele parkeerplaatsen tenminste doen vermoeden. Cordes is voor ons beiden niet te belopen zo steil gaan de weggetjes in de stad omhoog. Dus pakken we ouderwets de auto en parkeren bovenaan bij het kasteel. Zondag 11 juni. Ik blijf achter op de camping, mijn darmen zijn weer eens spelbreker. Dirk, Ingrid en Carienne gaan naar de markt in Saint Antonin. Op de terugweg nemen ze de route van de Gorges de Aveyron.Moeder kip komt ons, nu met 6 eendenkuikens een 2e bezoek brengen. 's Middags om 3 uur installeren we ons voor de tv om de 1e WK wedstrijd van Nederland te zien. De volgende dagen luieren we lekker op de camping, genieten we van het heerlijke weer en het zwembad en elke avond een bbq of zoals hier op het plaatje een van alle koude groenten gemaakte overheerlijke "crudité". Woensdag 13 juni nemen we dan definitief afscheid (voor deze vakantie dan). Wij vertrekken voor de resterende 1½ week nog naar de Vendée en Bretagne, Dirk en Ingrid gaan voor dat ze de vouwwagen bij Cees en Willeke terugbrengen(in Le Lonzac, Corrèze) nog langs de Gouffre de Padirac, grotten die wij een andere keer op het programma hebben staan. (Als C. een jaartje verder is met haar nieuwe knieën en conditie?) We proberen in het begin van de middag als we aan de kust onder La Rochelle aankomen wat plaatsjes uit en bekijken één camping. Hoe vol kun je iets bebouwen, nou dan moet je daar gaan kijken. De vakantiehuisjes staan bovenop elkaar en sommige campings liggen dus daar vlak naast. Om op het strand te komen moet je soms een stukje door het dorp met je spullen zeulen. Wij dus niet. We willen hoger kijken en met een omweg belanden feitelijk "per ongeluk" op het eilandje Île de Noirmoutier op de camping“Domaine les Moulins-La Sourderie” (H) De volgende dag REGEN. De eerste druppels nadat we 2½ week geleden waren vertrokken. Dat is eigenlijk altijd de reden geweest waarom we in deze tijd van het jaar bang waren deze kant van Frankrijk op te gaan. Dit blijkt ook wel de komende 1½ week. Het weer slaat om en de temperatuur daalt, het wisselt van dag tot dag. We verkennen de volgende dag het eiland, zien de vele zoutpannen en kopen zout bij één van de vele stalletjes. We zijn beiden gecharmeerd van het eiland en vinden het heel apart. C. gaat naar de kapper, we lopen wat rond in Noirmoutier en eten een voortreffelijke lunch. Toen we bij het eiland kwamen waar TomTom ons naar toe had geleid waren we bij hoog water uitgekomen bjj de Passage du Gois en konden we niet verder en moesten toen de brug een paar kilometer verderop nemen. Wij wilden deze unieke weg bij laag water ook wel eens zien en zorgden ervoor dat we ruim op tijd daar waren. Bij eb komen de Fransen overal vandaan alsof er een sein is afgegaan. De meeste zijn bewapend met schepnetten en hebben (lies)laarzen aan, Ze komen maar voor één ding; een maaltje kokkels of hoe al die schelpdieren ook mogen heten uit de modder te scheppen. Werkelijk tientallen mensen staan zo uren te scheppen en te harken. Wij beperken ons tot het zoeken van mooie schelpen Vanuit een satelliet is zelfs "de passage" te zien, hier ook waarschijnlijk bij laag water of dwars door het heldere water. We wachten eerst totdat het nagenoeg geheel eb is en als we aan de overkant de eerste auto's zien rijden gaan wij ook. De weg staat dan nog gedeeltelijk onder water en we lijken wel een speedboot. De passage is 4½km lang en voordat we aan de overkant zijn is de weg geheel drooggevallen. Aan de overkant hebben we van een zalige lunch genoten, voordat we dezelfde weg terugreden. Inmiddels waren de drooggevallen zandplaten bevolkt met honderden schelpenzoekers) Doordat het weer op een gegeven ogenblik niet schijnt op te knappen, besluiten we een dag eerder te vertrekken dan gepland. Binnen het ½uur hebben we opgebroken en zijn we onderweg naar Noord-Bretagne. We rijden dwars door Bretagne via Rennes en komen uit bij St.-Malo aan de noordkust. Een prachtige kust met vele hoge klippen en daartussen tientallen kleine strandjes.We rijden door naar St.-Cast-Le-Guildo waar enkele campings liggen. Camping“le Chatelet” (I) doet ook mee aan de ACSI kaart, iets waar ze beslist buiten zouden kunnen, gezien de hoeveelheid organisaties die hier een tent, huisje o.i.d. verhuren. Wij vinden het jammer dat steeds meer campings voor het grote geld kiezen, waardoor de sfeer grotendeels bepaald wordt door al die stacaravans, huisjes en tenten. Ook het soort kampeerders is anders dan op "normale" campings. Alhoewel het een schitterende camping is met een evenzo schitterende ligging, verkiezen wij toch liever een kleinere gemoedelijke camping. De tijd dat alles aanwezig moest zijn voor de kinderen hebben wij gelukkig gehad. We doen het stadje Dinan zonder T aan. De oude binnenstad zou een waar voorbeeld geweest kunnen zijn voor Anton Pieck. Ik vind het een beetje Engels aandoen. Kijk bv. naar die schoorstenen bij de oudere huizen. Als je een paar dagen in noord Bretagne rondrijdt worden de dorpjes zelfs een beetje saai. Alles is zo'n beetje in dezelfde stijl gebouwd, de kleur van de stenen en leien daken, alles is hetzelfde. En als dan de zon niet schijnt, ziet alles er ook somberder uit. Later in de middag gaan we op de terugweg langs St.-Malo. De grootste trekpleister hier is de oude ommuurde binnenstad. Volg de bordjes "intramural" en je ziet vanzelf de muren liggen. Wij verkennen eerst, als vanouds, de oude stad per auto, voordat we ergens een plekje vinden. Vandaar komen we via één van de vele trappen op de muur, die je helemaal kunt rond wandelen. Wij doen maar de helft en vinden het best. Binnen de muren zie je allemaal statige hoge huizen in die karakteristieke bouwstijl. Vanaf de muur heb je een mooi uitzicht over de baai met vele eilandjes en en paar oude forten. De volgende dag is een saaie dag: C. leest een zoveelste boek uit en ik verken de directe omgeving van de camping per voet. De dag erna willen we toch nog de noordkust een beetje meer verkennen en gaan richting Saint Brieuc, dat uiteindelijk toch verder blijkt te liggen dan we van te voren denken. Vooral als je kleine weggetjes neemt en af en toe ook nog eens uitstapt. Zo lopen we over Cap Fréhel een rotspunt en tevens een natuurreservaat (hierboven), rijden we een dik half uur over de grootste Municipal van Frankrijk (die van Fréhel) met maar liefst 1000 plekken maar dan wel op 20ha. Voor ieder wat wils en geen afgebakende plaatsen. We eten een pannenkoek met warme appels en Calvados uit de streek, drinken een koffie op een terras in Lamballe en algauw moet je het hele eind ook weer terug. Aangezien dit de laatste dag was en de komende 2 dagen ook al de hele dag in de auto gezeten moet worden, wil ik deze rit niet al te lang maken. Het zit er weer op. We komen langs Mont Saint Michel, rijden er op aan en vlak voor de parkeerplaats besluiten we met caravan en al om te draaien. Massa's auto's en campers staan al op de parkeerplaats, het begint te regenen en wij hebben zo iets van, dit is niets voor ons. Dus de TomTom weer ingesteld en op naar camping "La Briquerie" in Honfleur (J). Ook daar is het erg toeristisch en de prijzen van zowel de campings in de buurt als het drankje op het terras zijn er duidelijk op ingesteld. We eten 's avonds het slechtste eten van heel de vakantie voor de hoogste prijs en nemen nog een koffie en een ijsje toe op een terras wat nog lekker in de zon lag. Niet doen dus. De prijs verpest je avond als het al niet verpest was door het slechte eten. Als je vanaf Honfleur de snelweg op rijdt ga je de immens hoge "Pont de Normandie" over die op zijn beurt over de Seine heen gebouwd s. Wat een enorm imposante brug is dat. We besluiten de hele Franse kust omhoog te rijden dus over Calais en Duinkerken. Het is goede keus, het is een heel rustige en mooie schone snelweg, behalve het laatste stuk. We eindigen de vakantie waar we 30 dagen eerder begonnen waren en waar we vorig jaar ook waren geëindigd: Axel |